Vruchtbare groeiplaats ontwikkeld op tunneldak De Groene Boog (A16)

Voor het project De Groene Boog, ofwel de nieuwe snelwegverbinding tussen de A13 en A16, ontwikkelde Huib Sneep een techniek om uit het werk vrijgekomen, ongerijpte grond om te vormen tot een vruchtbare daktuingrond.

In totaal is 90.000 kubieke meter grond, afkomstig diep uit de tunnelbak, in zo’n twee jaar tijd omgevormd tot vruchtbare aarde. Deze grond was tot acht meter diep ontgraven en bestond uit klei, veen en zand.

De eind 2021 opgediepte grond heeft eerst zes maanden gedroogd op een zandondergrond, waarbij al een uitbundige begroeiing van perzikkruid opkwam. De grondkwaliteit is daarna verder geoptimaliseerd door een mengsel van zand en organische stof (veen en compost) toe te voegen. Met een analyse is vooraf de samenstelling van de grond bepaald, en daarmee kon ook bepaald worden wat de grond nog aan toevoegingen nodig had.

Daarna is de grond op het tunneldak aangebracht, dat ter plaatse zo’n 1,5 meter boven maaiveld ligt en onderdeel is van het Lage Bergse Bos nabij Rotterdam. Na verdere rijping is de grond gemengd met een laag zand.

In de zomer van 2024 heeft een groenbemester nog voor verdere diepe rijping gezorgd. In minder dan drie maanden ontstond een begroeiing tot 1.50 meter hoog en 60 centimeter diep in de bodem. In oktober van dat jaar was de grond klaar voor beplanting!

Onderstaande video is opgenomen op het ‘proefdak’ waar de omgevormde grond werd uitgetest en de techniek tussentijds bewezen werd:

Enkele bomen Noorderstraat Krimpen aan den IJssel behouden bij ophoging

Al een jaar of vijftig sierde een laan van beeldbepalende platanen en lindes een woonstraat in de oude kern van Krimpen aan den IJssel. Vanwege bodemdaling werd het eind 2022 noodzakelijk om een deel van de straat op te hogen, waarbij de vierendertig bomen zouden sneuvelen. Dit bleek uiteindelijk niet te vermijden, maar dankzij goed overleg kon wél een deel van de bomen gespaard blijven.

In deze situatie hadden de overheden namelijk ook besloten dat het waterpeil in de bebouwde kom een halve meter moest stijgen, om het gelijk te trekken met het buitengebied. Het zou daarmee tot +- 50 centimeter onder de straatstenen komen. Ook het riool moest vervangen worden.

Ondanks dat platanen doorgaans goed tegen variabele omstandigheden kunnen, zou dit constant verhoogde waterpeil ze te extreem worden. In het lager gelegen deel van de straat konden de bomen daardoor echt niet gehandhaafd worden. Aanvankelijk zouden daarom alle bomen gelijk weg gaan, wat de rioleringsvervanging ook makkelijker maakte.

Maar bij nader inzien bleek dat een ander deel van de straat, dat meer tegen de rivier aan lag, niet verzakt was en niet hoefde te worden opgehoogd. Het hogere waterpeil zou hier ook minder impact hebben op de bomen.

Uiteindelijk konden dankzij langdurig overleg met de projectambtenaren, dat Huib Sneep samen met de lokale actievoerders leidde, zes bomen bewaard blijven. Ondanks het verlies van de platanen, waren de bewoners daarom erg blij met het resultaat van deze betrokkenheid.

“Je bewandelde bijzondere wegen, door bijvoorbeeld contact te leggen met de toenmalige burgemeester. Wij hebben veel van je plezierige, deskundige en vasthoudende inzet opgestoken. Zonder jouw inzet waren de bomen in een deel van de Noorderstraat niet gered”, schreven de ‘Krimpense Bomenridders’ achteraf.

Wetenschappelijk onderzoek: levensduur stedelijke kademuren

Nadat in Amsterdam enkele kademuren bezweken, nam de UT het initiatief om onderzoek te doen naar levensduurverlening van ‘Urban bridges and Quay walls’. Hiervoor is in 2022 een subsidie van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) toegekend. Het onderzoek loopt voor vijf jaar.

Een belangrijk doel van dit project is dat binnen vijf jaar meer dan dertig procent van de kademuren niet meer vervangen wordt, maar gerenoveerd mét behoud van de bomen die erop staan. De titel van het onderzoek is dan ook heel toepasselijk: Sustainable Circular Life Extension Strategies For Inner-City Bridges and Quay Walls ofwel: STABILITY.

Dit onderzoek gebeurt in samenwerking met TU Delft, de Universiteiten van Twente en Eindhoven, Saxion Hogeschool, grote ingenieursbureaus zoals Boskalis en diverse gemeenten, aangevuld met enkele onafhankelijke experts en adviesbureaus. Het wordt geleid door dr. Andreas Hartmann van de Universiteit Twente.

Biomechanica op z’n mooist #2

In hetzelfde natte bosje nabij Purmerend staat een opvallende Fladderiep (Ulmus laevis). Hij kan zich op heel verschillende bodems aanpassen: van de heuvels van Zuid Limburg tot de moerasgrond van West Nederland. Dat laatste zie je hier! Om te blijven ‘drijven’ op de drassige bodem en overeind te blijven in de wind, maakt deze boom extreem breed uitstaande wortel-aanzetten. Een soort parasol-voet. Pas op een afstand van 2 meter uit de stam, gaan de wortels de grond in.

Daarnaast zie je hier ook de biomechanica die de Es in het vorige bericht toont. De dragende wortels lopen zichtbaar dikker door tot aan de eerste zijtakken in het stamhout. En tussen twee wortels in, is het hout zichtbaar verdiept: daar waar geen spanning is, is ook minder hout nodig.

Iepziekte

Veel Iepen in Nederland zijn overigens gevoelig voor iepziekte, deze soort niet. Hij blijkt in de praktijk namelijk een hoge resistentie tegen de ziekte te hebben. In het laboratorium is hij er heel gevoelig voor wanneer de schimmel op de boom wordt aangebracht. Maar in het veld dus niet.

Hoe kan dat? De Iepenspintkever, die de schimmel overbrengt door aan het spinthout van de boom te knagen, vindt deze boom niet aantrekkelijk en vliegt hem voorbij. Als de kever de boom niet bezoekt, wordt hij niet ziek. Dit wordt veldresistentie genoemd.

Biomechanica op z’n mooist #1

Tijdens een van de vele onderzoeken kwam ik deze Es tegen die een wortel van een Zachte Berk stevig te pakken heeft. Ze staan in een nat natuurbosje aan de Noordkant van Purmerend. Om zichzelf te stabiliseren heeft deze Essen-zaailing de wortel vastgepakt.

De overeenkomst tussen een mensenhand die iets vastpakt en deze boom, is voor mij heel treffend. Bij beiden is het namelijk zo dat groei plaatsvindt op basis van spanning: waar veel spanning is, is groei. Ofwel waar de meeste kracht komt, zie je de dikte toenemen. En net als bij een hand, zie je een dunner stukje tussen de ‘duim’ en de ‘wijsvinger’, want daar komt geen kracht.

Dit principe geldt overal in de natuur, bijvoorbeeld ook bij bladeren met hun nerven. In de wetenschap is dit bekend als ‘het axioma van de gelijkblijvende spanning’.

Even verderop stond overigens een enorme Fladderiep die óók een mooie mechanische oplossing bedacht heeft. Lees hier meer.

Helofytenfilter: waterzuivering met planten

In samenwerking met de Wageningse start-up Muuras VOF is in 2022-2023 een verticaal Helofystenfilter systeem ontwikkeld en getest. Voor deze opstelling is het groene wand-systeem van Greenwave Systems gebruikt.

In dit systeem zijn vochtminnende planten gebruikt, zoals munt. Bovenaan wordt er water ingegoten (grijs water, met urine en kraan/douchewater), dat door drie lagen planten gaat. Er wordt getest met verschillende sterk doorlatende substraten zoals boomschors of schelpen. Het gezuiverde water verzamelt zich onderaan in een bak waar het getest wordt. De conclusie: dit water was geschikt voor stedelijk hergebruik en landbouwtoepassing.

Deze testopstelling is een samenwerking met HAL Larenstein en Stenden HS in Leeuwarden en de Wageningse start-up genaamd MuurAs. Deze studenten konden met behulp van een ontwikkelsubsidie (KIEM) aan de slag, waarbij de scholen dit uitvoeren vanwege hun ruime kennis en ervaring met watertechniek en hydrologie. Greenwavesystems leverde hierin een belangrijke bijdrage, met onder meer risicoanalyse van de proefopstelling, en materialen-, substraat- en plantenkennis.

Op het marineterrein in Amsterdam was dit systeem een tijd live te zien.

Wetenschappelijk onderzoek Naturalis ‘Hidden Biodiversity’

In een breed consortium van o.a. Universiteiten, wetenschappelijke organisaties en bedrijven werkt Huib de komende jaren mee aan een onderzoek naar verborgen biodiversteit in de stedelijke omgeving. Diertjes, sporen van paddestoelen, planten, bacteriën en meer, die zo klein en onopvallend zijn dat niemand ze waarneemt. Het onderzoek wordt geleid door het Leidse museum en centrum voor biodiversiteit Naturalis.

“Ik denk dat er een veel grotere diversiteit aan natuur in de stad is dan mensen vaak zien. Denk aan het bodemleven, maar ook wat er leeft in verticale tuinen en groene wanden”, zegt Huib. “Er wordt wel naar specifieke soorten gezocht, maar nog nooit zo breed gekeken welke natuur er in de stad is, vanuit een groot scala aan vakgebieden en op onverwachte plaatsen.” Hij vindt het ook leuk dat hiermee zijn kennis en ervaring van 40 jaar in het vakgebied, wordt gedeeld en vastgelegd.

Het onderzoek is gestart in 2022 en gebeurt onder leiding van de hoofdonderzoeker van Naturalis, dr. Michael Stech. Het onderzoek loopt vier jaar. Vijf werkgroepen met elk een diversiteit aan vakgebieden gaan met verschillende subvragen aan de slag, met diverse onderzoeksmethodes.

Lees meer over de partners en onderzoeksopzet op de website van Naturalis.

Breytenbachplataan kan er wéér 20 jaar tegenaan

Juli 2022, foto: Ronald Loch

Eind jaren negentig was de monumentale Plataan aan de Rotterdamse Westersingel in droevige conditie. Omdat zijn standplaats, de Westersingel, moest worden opgeknapt vanwege Rotterdam Culturele Hoofdstad 2021, was het de vraag of hij niet maar beter kon worden vervangen. Hij was in de ogen van velen oud, afgetakeld en óp. Ook was enorme Plataan in de loop der jaren meters weggezakt in de drassige grond. Hij had nog maar 30 centimeter ‘droge’ grond om in te wortelen.

Toch geloofde Huib nog in de toekomst van de boom.

In natuurlijke groeiplaatsen (Zuid Frankrijk, Mallorca, Colorado) zag Huib dat Platanen langs rivieren groeien, waar zowel erosie (wegspoelen van grond) als depositie (grond die op de kluit komt) plaatsvindt. In tegenstelling tot de meeste bomen – die doodgaan als je ze een laag grond op de voeten gooit – kunnen Platanen juist een kick krijgen van grondophoging.

Zijn advies werd uitgevoerd: rond 2000 kreeg de Plataan in drie fasen totaal 75 centimeter grond op zijn kluit erbij. Opvallend: binnen acht weken was een laag van 25 centimeter al volgegroeid met nieuwe wortels. In 2001 stond hij stralend en vol in blad op de gerenoveerde singel!

In 2019 adopteerde Bomenwacht de boom, en doneerde 15 duizend euro om de boom wederom ‘op te hogen’. Dat is 2021 gebeurd en wederom is het resultaat geweldig. En dat voor een boom die 20 jaar geleden ten dode opgeschreven leek.

Meer over deze monumentale boom op monumentaltrees.com

Centrale Bibliotheek Alphen a/d Rijn – 2020

In mei 2017 werd Huib Sneep met zijn bedrijf Greenwave Systems dat groene wanden maakt, betrokken bij het ontwerp voor een nieuwe Bibliotheek van Alphen aan den Rijn. Dit resulteerde vier jaar later in twee prachtige groene gevels en een enorme, weelderige patio-tuin. 

De weelderige patio ontworpen door Huib Sneep, is het hart van de parkeergarage. De tuin van 160 vierkante meter bevindt zich op het dak van de nieuwe bibliotheek. 

In mei 2020 werd het groen aangelegd, en sinds die tijd onderhoudt Huib de patio. Een jaar na aanleg is de daktuin al in volle groei en bloei. Ook midden in de winter, in december 2022 is het een groene oase. Architect Common Affairs uit Amsterdam spreekt vol lof over de “weelderige binnentuin” die er volgens hen “geweldig uitziet”. 

Lees meer over de groene gevels van de Bibliotheek op www.greenwavesystems.nl

Methode Ruyten: ontworpen natuur

Een methode waarvan Huib graag zou zien dat die in Nederland veel meer wordt toegepast is de methode Ruyten. Omdat hij binnen korte periode tot een verrassend, natuurlijk groenbeeld leidt.

Frits Ruyten is de bedenker van de Integrale Beplantingsmethode Ruyten. Hij is hierop in 2006 gepromoveerd en publiceerde daarbij zijn boek.

Wat is er bijzonder aan deze methode? Normaal wordt er met ‘bosplantsoen’ (jonge struikjes van 60 tot 100 centimeter hoog) veel en dicht op elkaar geplant. Je laat die een paar jaar groeien en haalt er elke paar jaar een flink deel uit. Het blijven daardoor relatief kale, lange planten die altijd dicht tegen elkaar hebben gestaan. Als er niet goed gedund en beheerd wordt, blijft het zelfs een armetierig bosje zonder begroeiing op de grond.

Zijn methode is dat je direct op ‘eindafstand’ plant en gebruik maakt van grote, solitaire bomen en struiken Daarna laat je ze in hun natuurlijk vorm uitgroeien. Het ontwerp wordt gemaakt met een ‘beplantingsfilm’, waarin de groei van de gewenste bomen voor de komende 10, 20 en 30 jaar geprojecteerd wordt.

Het openbare park Prins Bernhardbos in Hoofddorp is door Ruyten ontworpen en volgens deze methode aangelegd. 15 jaar geleden was het nog een kale kleipolder, nu oogt het als een prachtig natuurgebied.

Je ziet het direct, het park is net een tentoonstelling van weelderige natuur. Alles zo ontworpen dat iedere individuele boom en plant optimaal, prachtig tot z’n recht komt. Daarom heb ik er onder meer voor gezorgd dat de nieuwe groenaanleg langs de A4 in Vlaardingen, ook volgens deze methode gaat gebeuren.

Lees meer over de methode in dit artikel van vakblad Boomzorg.