Op mijn veertiende trok ik de conclusie dat ik van bomen mijn levenswerk wilde maken. Dat kwam zo: in de tuin van mijn ouderlijk huis stond een kersenboom, waar een enorme zwavelzwam uitgroeide. Niemand in mijn omgeving kon me vertellen wat dit bijzondere fenomeen was. Die zomer verdiende ik mijn eerste honderd euro met vakantiewerk in de havens. De kersenboom spookte nog steeds door mijn hoofd, dus ik besloot van dat geld twee boeken te kopen. ‘Alle bomen van de wereld’ van Hugh Johnsons en ‘Bomen laten leven’ van Jørn Copijn. Dat was het begin van een levenslange fascinatie.
Na mijn middelbare school besloot ik om tuin- en landschapsarchitectuur te gaan studeren (1980), om op die manier de stedelijke omgeving te kunnen combineren met mooie gezonde bomen. Mijn afstudeeronderwerp was ‘bodemkundige aspecten van straatbomen’ en dat hield in dat ik onder leiding van een Wageningse boomexpert alle op dat moment bekende informatie tot me nam. Het werd nogal een grote opdracht, dat begrijpt u. Het bleek een goede basis om een jaar na mijn afstuderen bedrijfsleider te worden van Nationale Bomenbank BV in 1985.
Toen het ondernemersbloed begon te kriebelen richtte ik in 1989 ‘Bomen Service International’ (BSI) op, samen met twee partners in die hun sporen in de groene wereld al hadden verdiend. De kern van mijn werk was het bedenken van innovatieve oplossingen om bomen in de stedelijke omgeving gezond en mooi te laten zijn. De doelstelling die ik als jong ventje had, was werkelijkheid geworden.
“De kern van mijn werk: het bedenken van innovatieve oplossingen om bomen in de stedelijke omgeving gezond en mooi te laten zijn.”
We haalden met BSI Bomenservice het wereldrecord grootste boom verplanten in ‘95. We bouwden een levend bos op 30 meter hoog in het Nederlandse paviljoen op de wereldtentoonstelling Hannover in 2000. We maakten een dakpark tussen de twee gebouwen van het World Trade Centre in Amsterdam en ondernamen nog honderden andere grensverleggende projecten.
Dankzij al deze projecten bleef mijn kennis groeien. Langzaamaan werd mijn rol dan ook steeds meer een adviserende en richtte ik me vooral op het uitdenken van nieuwe bijzondere groenprojecten. ‘Symbiose tussen natuur en techniek’ was mijn motto, waaronder tal van grensverleggende plannen ontstonden.
In 2010 wilde ik meer ruimte om projecten op allerlei andere gebieden aan te kunnen gaan en besloot afscheid te nemen van bij BSI. Waartoe deze wens geleid heeft? Daarover leest u meer onder de verschillende kopjes op deze website.
Inmiddels word ik door tal van opdrachtgevers als onafhankelijk expert benaderd, om gecompliceerde opgaven met een bredere kijk op te lossen. Als adviseur heb ik de afgelopen jaren bijvoorbeeld meegedacht aan vraagstukken als:
- Hoe kun je een versleten kademuur weer voor honderd jaar goed maken met behoud van de bomen die erop staan?
- Hoe vorm je een historische korenbeurs om tot een binnenstadpark én groene bibliotheek?
- Hoe voorkom je door gerichte monitoring dat honderden prachtige bomen tenonder gaan aan iepziekte?